Bosubal en Flowinmat verrijkt de massagetherapie bij de behandeling van lumbago

Als afsluiting van mijn opleiding tot massagetherapeut heb ik een scriptie geschreven over “ De toepassing van Core Stability Training en de Dorn-Breuss methode als onderdeel van de massagetherapie bij de behandeling van lumbago”. Met het schrijven van deze scriptie wilde ik aantonen wat Core Stability Training en de Dorn Methode in combinatie met massagetherapie doet. Door het gebruik van de Bosubal en de Flowinmat is het eenvoudiger om de cliënt op een makkelijke manier te motiveren om te bewegen. Mijn theoretische speurtocht heb ik uitgebreid met een klein onderzoek. De personen die mee hebben gedaan zijn allemaal al jaren bekend met aspecifieke lage rugklachten en zijn hiervoor al meerdere malen door diverse reguliere zorgverleners behandeld. Ondanks de verschillende therapieën hadden ze allemaal nog steeds klachten. Een leuke uitdaging voor mij om te kijken wat deze personen in zes weken konden bereiken.

Waarom onderzoek naar behandeling van Lumbago

Waarom een scriptie over lumbago?
Lumbago is een zeer groot medisch, maar vooral ook maatschappelijk probleem. Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat lage rugklachten zeer veel voorkomen. Van deze rugklachten is 90 % aspecifiek. Bijna iedereen krijgt er wel eens mee te maken of heeft er wel eens mee te maken gehad. Lumbago is pijn in de rug, vooral tussen de onderste ribben en de billen. Bij de meeste mensen blijft het bij een keer maar bij sommige mensen komt deze pijn regelmatig terug. Kijken we naar de richtlijnen van het KNGF dan spreken zij van chronische klachten als deze klachten langer dan 12 weken duren.

Het KNGF heeft het Bio-Psychosociale model als uitgangspunt. Dat wil zeggen dat de lage rugpijn het gevolg is van een wisselwerking tussen biologische, psychische en sociale factoren. Of zoals wij bij de massagetherapie zeggen, deze klachten zijn multifactorieel bepaald. Er zijn geen aantoonbare ziektes of beschadigingen die de pijn veroorzaken. De oorzaak is daarom niet altijd duidelijk. Het kan ontstaan door een overbelasting, zwaar tillen, slechte conditie, overgewicht of een combinatie van lichamelijke belasting en psychosociale factoren zoals stress en angst. De ervaring leert dat bij lage rugklachten niet alleen het fysieke een belangrijke rol speelt maar zeker ook de psychische factoren bepalend zijn. Uiteindelijk zorgen deze klachten voor een slechte functie van de stabiliserende rompmusculatuur (en dan vooral de m. Transversus Abdominis en de mm. Multifidus) en ontstaat er instabiliteit.

Een lange periode van lage rugklachten hoeft niet altijd een slechte prognose te hebben. Alleen wanneer er een lange periode van beperkingen en participatie problemen samengaan met de lage rugklachten dan ontstaat er vaak wel een ongunstige prognose. De wijze waarop de cliënt met zijn klachten omgaat, kan handig of minder handig zijn. De wijze wordt ondermeer bepaald door de kenmerken van de cliënt zelf. De betekenis die de cliënt aan zijn klachten geeft kan variëren van bedreigend tot zeer bedreigend. In mijn praktijk ben ik meerdere malen tegengekomen dat de cliënt denkt dat de lage rugpijn een teken van schade is en dat toename van pijn door beweging een teken van nieuwe beschadigingen is. Mijn ervaring is dat hier vaak angst voor bewegen ontstaat.

Belangrijke taak voor mij als therapeut om het tegendeel aan te tonen en te zorgen dat de cliënten weer gaan bewegen en daar plezier in krijgen zodat ze ook na de behandelingen blijven bewegen. Om een duidelijk beeld te krijgen over de inhoud van mijn onderzoek is het handig om te weten wat de Dorn Methode is en wat ik versta onder Core Stability Training.

Dorn-Breuss methode
Een van de uitgangspunten van de Dorn-methode is het onderzoek naar beenlengte verschil. De Dorn-methode gaat ervan uit dat alle klachten ontstaan door beenlengte verschil. De Dorn-methode heeft wat beenlengte verschil betreft een heel andere visie dan de reguliere zorg. Bij de reguliere zorg wordt het te korte been kunstmatig langer gemaakt. Bij de Dorn-methode wordt het lange been korter gemaakt. Persoonlijk vind ik het een nadeel dat de cliënt dagelijks diverse oefeningen moet doen om de correctie in stand te houden. Daarom heb ik ervoor gekozen om alleen de mobilisaties van de Dorn methode te gebruiken. De Dorn methode is een zachte wervel en gewrichtsbehandeling, die gebruikt kan worden bij klachten, die direct of indirect samenhangen met de wervelkolom.

Deze therapie vindt zijn oorsprong in Duitsland. Dieter Dorn leerde de methode van een oude man. Na het overlijden van deze man besloot Dieter deze methode verder te gaan ontwikkelen. Met veel positief resultaat. Tijdens de therapie heeft de cliënt een actieve rol door te bewegen terwijl de therapeut zachte corrigerende handelingen uitvoert. De Dorn methode is een vrijwel pijnloze en risicoarme manuele methode om pijn en blokkades te verhelpen, met als uitgangspunt dat correcties altijd tijdens beweging plaats vinden. De basis is samenwerking tussen cliënt en therapeut. Ik heb niet de volledige Dorn methode toegepast, maar ik heb er alleen delen voor de mobilisaties van vooral de wervelkolom uitgehaald. Core Stability TrainingCore Stability Training is vooral functioneel trainen.

Hoe bepaal je wanneer een training functioneel is?
Dat hangt af van de doelstelling van de cliënt. Core Stability Training is het trainen van bewegingen op het niveau van de cliënt aangepast op de activiteiten van het dagelijks leven (ADL) van de cliënt. Deze training richt zich op de beweging in zijn geheel en niet op een specifieke spiergroep. Bij oefentherapie wordt er vaak statisch gewerkt en bij de Core Stability Training wordt er zoveel mogelijk dynamisch gewerkt. In een bewegingspatroon zijn er twee spiergroepen actief, een stabiliserende en een activerende spiergroep. Als deze spiergroepen optimaal samenwerken is er sprake van stabiliteit. De basis voor iedere beweging komt uit de rompstabiliteit. Tijdens de trainingen ligt de nadruk op bewegingscontrole, evenwicht en fijne coördinatie. Het mooie van Core Stability Training is dat de meeste oefenvormen low load zijn, het vraagt wel meer lichaamscoördinatie en concentratie.

Voor deze training heb ik gebruik gemaakt van de Bosubal en de flowinmat. Met deze twee hulpmiddelen kun je op een leuke en eenvoudige manier een goede Core Stability Training geven. De oefeningen zijn dynamisch, eenvoudig en makkelijk aan te passen aan het niveau van de cliënt. Daarnaast hoef je als therapeut niet over een grote oefenruimte te beschikken om met de cliënt te kunnen trainen. Kijkend naar de mensen die mee hebben gedaan aan het onderzoek, vonden ze het erg prettig om met de Bosubal te werken. Vooral het trainen van de buik en lage rugspieren vonden ze erg prettig. Deze oefeningen worden door het gebruik van de bal goed ondersteund en geven hierdoor geen klachten op andere plaatsen tijdens het trainen. Let daarbij altijd op het doel van de Core Stability Training: Belangrijk bij de Core Stability Training is dat het niet de absolute kracht is die telt, maar dat de juiste spieren werken op het juiste moment.

Hoe bereik je dat?
Zodra je met de cliënten begint met trainen moeten ze zich eerst bewust worden van hun houding en bewegingen. In eerste instantie bewegen mensen op de Bosubal vooral door middel van reflexen en zijn de bewegingen nog niet goed controleerbaar. Ze moeten voelen wat er met hun lichaam gebeurt. Als ze eenmaal aan het instabiele oppervlak gewend zijn kunnen ze de oefeningen gaan controleren. Cliënten moeten bewust worden van hun bewegingen en hun reflexen. De propriocepsis, stabiliteit en coördinatie zijn sleutelwoorden binnen de Core Stability Training.

Waarom deze combinatie, wat hebben deze methoden met elkaar gemeen of hoe vullen ze elkaar aan?
Al deze methoden zijn op zichzelf geschikt voor het behandelen van onder andere lumbago. Maar de oorzaak van de lumbago is iedere keer verschillend. Er is niet 1 protocol voor de behandeling van lumbago. Door de combinatie van deze drie methoden te gebruiken kun je op verschillende manieren naar de klachten kijken en zo op diverse manieren behandelen. Doordat alle drie de methoden op een eigen manier naar de klacht kijken vullen ze elkaar goed aan. Met de massagetherapie kijk ik naar de persoon en zijn klachten op alle niveaus en zorg ik samen met de cliënt dat de belasting en belastbaarheid weer in balans komen. Dit gebeurt onder andere door de toevoeging van zoveel mogelijk “vitamine A” (aandacht van mij voor de cliënt en zijn klacht en aandacht van de cliënt voor zichzelf, zijn klacht en het ontstaan van deze klacht).

Met de Core Stability Training kijk ik samen met de cliënt naar de ADL en bied oefeningen aan die daarbij aansluiten, zodat de training zo functioneel mogelijk is. Met de Dorn methode brengen we de mobiliteit in de wervelkolom terug. Zowel bij de Core Stability Training met de Bosubal,de flowinmat, als met de Dorn methode is de cliënt actief bezig met zijn eigen herstel. Mijn ervaring is dat de cliënten het erg fijn vinden om actief bezig te zijn met hun herstel. Voorwaarde is wel dat de cliënt zelf moet kunnen bewegen.

Lumbale instabiliteit
Wat is instabiliteit?
Voordat ik daar antwoord op kan geven moet je eerst weten wat stabiliteit is. De meest gebruikte en geaccepteerde definitie is die van Panjabi. Volgens Panjabi is stabiliteit afhankelijk van drie pijlers:
· Actief systeem ( de spieren)
· Passief systeem (de beenderen, ligamenten en gewrichtskapsel)
· Neuraal systeem (aansturingmechanismen van de spieren)

Als een van de drie pijlers niet goed functioneert, ontstaat er instabiliteit. Voor mij is het model van Panjabi goed toe te passen op de rug omdat het in de rug vaak mis gaat. Vaak ontstaan rugklachten als gevolg van een slecht functionerend lokaal stabiliserend spiersysteem. Ook vanuit de Core Stability kun je op deze manier kijken. Op het moment dat een beweging ingezet wordt moeten de stabilisatoren en mobilisatoren op het juiste moment actief zijn. Is dit niet het geval dan spreken we van instabiliteit en is dit een ideale voedingsbodem voor blessures.

Uit diverse onderzoeken is gebleken dat een disfunctie van de m. Transversus en/of de mm. Multifidus veel meer kans geeft op een rugaandoening. Als deze twee belangrijke lokale stabilisatoren niet goed functioneren, gaat het lichaam dit compenseren en hierin zit vaak het probleem. Het gevolg is onder andere terugkerende rugklachten, liesklachten en knieproblemen. Dit compenseren veroorzaakt instabiliteit omdat de klachten een gevolg zijn van een tekortkoming in het actief stabiliserend spiersysteem. Uit onderzoek is gebleken dat bij personen die rugklachten hebben gehad, de activiteit van deze twee spieren beduidend zijn gedaald en dat zich dit niet spontaan hersteld. Dit herstel kan alleen worden bereikt met een oefenprogramma met als doel het actief maken van het lokale stabiliserende spiersysteem.

Een week of zes nadat de behandelingen van de cliënten gestopt waren heb ik nogmaals contact met hun gehad om te vragen hoe het nu met ze gaat. Allemaal ervaren ze na zes weken minder klachten en zijn ze bewuster met hun lichaam bezig. Wat de behandelingen op de lange termijn met de klachten van de cliënten doet zal de tijd moeten leren. Het positieve beeld is voor mij in ieder geval een goede drijfveer om mezelf verder te gaan verdiepen in de aspecifieke lage rugklachten en de behandeling hiervan. Verdere leermomenten tijdens het maken van mijn scriptie en dan vooral ook in de begeleiding van de cliënten. Ik merkte al snel dat ik zelf teveel wilde doen. Je wilt deze mensen zo graag helpen dat je teveel oefeningen tegelijk wil doen. De opbouw moet duidelijk zijn, kleine stapjes en niet te veel verschillende oefeningen tegelijk. Niet teveel in een keer willen en veel Jip en Janneke taal gebruiken.

Hoe leg ik handig aan cliënten uit hoe de belasting en belastbaarheid van invloed is op hun klachten.
Waarom zouden mensen met aspecifieke lage rugklachten nou juist naar de massagetherapeut moeten gaan?
De visie van de massagetherapeut is breder dan die in de reguliere zorg. Als massagetherapeut kijk je naar de cliënt in zijn geheel, hoe is de belasting en belastbaarheid en hoe gaat de cliënt hier zelf mee om. Verder weten we dat bij mensen met aspecifieke lage rugklachten het psychosociale aspect een grote rol speelt. Hier komt zeker ook weer de vitamine A om de hoek kijken. Als mensen lang genoeg met hun klachten blijven lopen en niet goed behandeld worden zie je dat deze mensen vaak uitbreiding van hun klachten krijgen en een ketenprobleem ontwikkelen. Als massagetherapeut heb je een goed gevulde rugzak zodat je een behandelmethode kunt samenstellen die past bij de cliënt en zijn klachten. Ik ben overtuigd dat er een combinatie nodig is van diverse behandelmethodes om mensen van hun klachten af te helpen.

Conclusie
Uit de theorie komt duidelijk naar voren dat mensen met lage rugklachten hard moeten werken aan het herstel van de stabiliteit en mobiliteit van de wervelkolom. Persoonlijk denk ik dat je dit resultaat het beste kunt bereiken met een goede Core Stability Training. Deze training is op zich niet afhankelijk van de Bosubal of de Flowinmat. Mijn ervaring is wel dat cliënten beter gemotiveerd blijven met deze hulpmiddelen en ook bereid zijn om na afloop van de behandeling hiermee door te blijven gaan. Voor mij zijn deze twee hulpmiddelen ideaal omdat ik geen ruimte heb voor uitgebreide oefentherapie en ik op deze manier de cliënten actief kan begeleiden in hun herstel. De Dorn-methode is een leuke aanvulling maar zeker niet onmisbaar. Tijdens de praktijk is gebleken dat de Dorn-methode niet door iedereen als prettig werd ervaren.

Voor de behandelingen in de toekomst blijf ik mensen met lumbago zeker behandelen met deze combinatie van verschillende methodes. Om mensen nog beter te kunnen adviseren en begeleiden zal ik mezelf zeker nog verder gaan ontwikkelen op het gebied van bewegingstherapie. Afhankelijk van de instelling en de denkwijze van de cliënt gebruik ik de Dorn-methode. Op het moment dat blijkt dat de cliënt bang is om te bewegen dan is dat een reden voor mij om de Dorn-methode niet gelijk te gebruiken. Een belangrijk punt is dat de cliënten inzicht krijgen in hun klachten en hoe ze hiermee om moeten gaan.

Op February 22, 2010